Als zelfstandige ondernemer met een eenmanszaak ben je verplicht om inkomstenbelasting (IB) te betalen over de winst van je bedrijf. De belastingregels voor ondernemers verschillen van die voor werknemers in loondienst. In dit artikel zullen we uitleggen welke verschillen je als ondernemer in overweging moet nemen bij het betalen van belasting.
Navigeer direct naar de onderwerp op deze pagina
1. Betalen van inkomstenbelasting over bedrijfswinst
Als werknemer is het eenvoudig: je ontvangt je netto salaris omdat de loonbelasting al door je werkgever is ingehouden. Het bedrag dat op je rekening staat, is dus direct je besteedbaar inkomen.
Als zelfstandig ondernemer ontvang je bruto inkomen van je klanten en opdrachtgevers. De Belastingdienst heeft recht op een deel van dat geld. Je betaalt inkomstenbelasting over je bedrijfswinst.
Een belangrijke regel is dat omzet niet gelijk is aan winst!
Voordat je inkomstenbelasting betaalt als ondernemer, moet je eerst btw-aangifte doen.
Btw betalen
Je moet eerst btw afdragen over je omzet (21% of 9%). Je brengt btw in rekening bij je klanten en opdrachtgevers, en deze btw moet je ook weer afdragen. Dit doe je periodiek, meestal per kwartaal, bij de btw-aangifte.
Btw is geen onderdeel van je omzet, maar een belasting over je omzet. Een andere naam voor btw is omzetbelasting. Je kunt de btw van je zakelijke kosten terugvragen door deze als voorbelasting op te geven.
2. Berekenen van inkomstenbelasting voor ondernemers
Om de hoogte van de inkomstenbelasting voor ondernemers te berekenen, zijn drie stappen nodig. We leggen deze stappen hieronder uit:
- Bereken je omzet
- Houd de btw apart
- Bereken de “winst vóór belasting”
- Trek aftrekposten af
Bereken je omzet
De omzet van een zzp’er met een eenmanszaak is eenvoudig te berekenen:
Als je diensten levert, vermenigvuldig je het aantal declarabele uren met je uurtarief.
Als je producten verkoopt, neem je het bedrag waarvoor je het product hebt verkocht.
Houd de btw apart
Trek eerst de btw van dit bedrag af. Dit bedrag moet je apart zetten om later bij de btw-aangifte aan de Belastingdienst te betalen. Je kunt dit geld bijvoorbeeld op een zakelijke spaarrekening zetten om er zeker van te zijn dat je het beschikbaar hebt.
Winst vóór belasting
De winst vóór belasting is de omzet minus de bedrijfskosten. Als (startende) ondernemer heb je recht op verschillende aftrekposten die je bedrijfskosten kunnen compenseren. In de laatste stap trekken we deze aftrekposten af.
Fiscale aftrekposten
Veelvoorkomende aftrekposten zijn:
- Zelfstandigenaftrek (€ 6.310 in 2022, € 5.030 in 2023)
- Startersaftrek (€ 2.123)
- MKB-winstvrijstelling (14% van de winst)
Let op! Je hebt alleen recht op deze aftrekposten als de Belastingdienst jou als ondernemer voor de inkomstenbelasting beschouwt.
Het is jouw verantwoordelijkheid als ondernemer om te controleren op welke aftrekposten je recht hebt. Controleer dit daarom altijd zorgvuldig op de website van de Belastingdienst.
Heb je alle bedragen van de aftrekposten waar je recht op hebt afgetrokken? Dan heb je nu het bedrag over waarover je belasting moet betalen. In het volgende hoofdstuk lees je welk percentage van toepassing is op dit bedrag.
3. Belastingtarieven inkomstenbelasting 2023
Sinds 2020 hanteert Nederland slechts twee belastingtarieven: het tweeschijvenstelsel. Deze tarieven gelden voor alle Nederlanders, of je nu in loondienst bent of ondernemer.
Tabel belastingtarieven
De exacte invulling van de belastingschijven verandert elk jaar. Hieronder zie je de percentages van 2022 en 2023 naast elkaar:
Inkomensgrens Belastingpercentage onder inkomensgrens Belastingpercentage boven inkomensgrens
- 2022 € 69.399 37,07% 49,50%
- 2023 € 73.031 37,07% 49,50%
4. Waar heb je recht op?
Niet elke ondernemer of zzp’er heeft automatisch recht op de verschillende aftrekposten. Het idee dat een inschrijving bij de Kamer van Koophandel of het voldoen aan het jaarlijkse urencriterium voldoende is, is een misvatting.
Of de Belastingdienst jouw bedrijfsactiviteiten daadwerkelijk beschouwt als ‘winst uit onderneming’, hangt ook af van andere factoren.
5. Hoe gebruik je aftrekposten?
De lineaire methode wordt meestal gebruikt om de zakelijke afschrijving te berekenen:
Afschrijving per jaar = (aanschafkosten – restwaarde) / vermoedelijke gebruiksduur.
Voorbeeld : Laptop
Laten we een zakelijke laptop als voorbeeld nemen. Volg deze stappen:
- De aanschafkosten zijn € 1.000 (dit bedrag ligt boven de ondergrens van € 450, dus afschrijving is toegestaan).
- We stellen de levensduur op het minimum van vijf jaar en de restwaarde na vijf jaar is € 0.
- Dan krijgen we: (1.000 – 0) / 5 = een afschrijving van € 200 per jaar.
- Voorbeeld 2: Zakelijke telefoon
- Als je een zakelijke telefoon van € 350 (excl. btw) koopt, valt dit bedrag onder de grens van € 450. Daarom mag je dit bedrag in één keer aftrekken van de belasting.
In de praktijk van fiscale aftrek van bedrijfsmiddelen
Bij het invullen van je aangifte inkomstenbelasting trek je zakelijke kosten af van je omzet. Hierdoor is je winst lager en betaal je belasting over een lager bedrag.
Let op: als je btw-aangifte doet, trek je apart de btw af voor deze telefoon. De zakelijke kosten van de aankoop die je kunt aftrekken zijn exclusief btw!